De matéboom (Ilex Paraguarensis) is een hulstsoort, die groeit in het zonnige Brazilië. De indianen staken de bladeren van deze boom in hun mond en kauwden erop. Het waren hun ‘krachtgevers’.
Huidig gebruik
Tegenwoordig wordt Maté hoofdzakelijk als thee gedronken, en is het dé volksdrank in de meeste Zuid-Amerikaanse landen. Het is er meer dan zomaar een drank, en staat symbool voor ‘vriendschap’ en ‘verbondenheid’. Iedere bezoeker wordt ontvangen met maté-thee.
Volgens traditie wordt deze geserveerd in een uitgeholde kalebas of drinkkom. Het drankje wordt doorgegeven, en iedereen drinkt door een metalen rietjes (bombula), dat aan de onderkant voorzien is van een zeefje.
Cafeïne
Maté is een cafeïne-rijke drank.
Ongeveer de helft van de cafeïne maté-thee is net als bij groene thee en Pu Ehr verbonden aan looistoffen. Daardoor is de cafeïne niet vrij beschikbaar en heeft hij tijd nodig. Dat is goed voor uw lichaam.
De vrij bittere smaak van Maté is te wijten aan de bitterstoffen. Het zijn deze stoffen die de stofwisseling en de spijsvertering een duwtje geven.
Bereiding (1 theekan)
Doe 4 tot 5 afgestreken theelepels Mate in een kan, en giet er kokend water over. Laat 5 tot 10 minuten trekken, met het deksel op de pot.
Giet door een zeef. De kruiden kunnen nog een tweede keer worden opgegoten.
Samenstelling
Mate